De secretaris
Een belangrijke rol in de schepenbank was weggelegd voor de secretaris. Hij vervulde juridische en administratieve taken voor de schepenbank; hij noteerde de akten, hield registers bij, men kon bij hem terecht voor een afschrift van een akte, en dergelijke. Hij wordt ook wel genoemd als schrijver, scriba of preter.
Het was, zo blijkt wel uit de bronnen, een solide baan die lang kon worden aangehouden. Secretarissen waren afkomstig uit notabele families; opvallend is ook dat er nogal eens werd getrouwd tussen families van secretarissen van verschillende schepenbanken.
Hij bleef dus vaak lang aan, maar wordt toch maar zelden in de akten genoemd. Omdat de handschriften in de signaten behoorlijk verschillen is hij daaraan meestal wel te onderscheiden.
Onderstaand is een overzicht van de secretarissen tot ca. 1650, voor zover bekend. Er zijn ook enkele bronnen opgenomen waarin de secretaris expliciet met zijn functie wordt vermeld.
Gijsbert Hack
1455
Hij wordt vermeld in een afschrift van een akte van 4 mei 1455, in ORA Driel, inv. 969, folio 121.
Willem Aertsen van Maren
?
Hij vermeldt zichzelf als secretaris, maar er moet nog vastgesteld worden wanneer dat was.
Mr. Jan die Sterck
Voor en na 1528
Overleden na 5 december 1527.
Hij wordt niet vermeld in het Necrologium van de St. Maartenskerk.
Van hem is (nog) geen handschrift met zekerheid vastgesteld.
In een veel latere akte wordt door Jan de Cock, op dat moment secretaris van de Bank van Driel, melding gemaakt van "een out signaet boecxken geschreven naer sijn opinie bijde hant van za. Mr. Johan dije Sterck eertijts oock gerichtschrijver der bancke voorsz. geweest" waarin een akte staat van 25 dec. 1528.
Hij wordt door Heyman Gillissen in 1549 genoemd als voormalig secretaris van de Bank van Driel, "dije vuel jaeren aldaer scriver was geweest". Hij was de voorganger van Gijsbert van Ghent.
Hij was tot 1524 tevens secretaris van de Bank van Zaltbommel.
Verder is nog weinig van hem bekend. Na de overdracht aan Gijsbert leeft hij nog, want hij "subscribeert" latere afschriften voor hem.
Bronnen:
ORA Driel, inv. 973, folio 260v.
Meijster Jan Sterck wordt vermeld in 1526 in ORA Tuil, inv. 1238, folio 260v.
ORA Zaltbommel, inv. 304, folio 58 (5-12-1527).
Hof van Gelre, toegang 0124, Brieven aan en van het Kwartier van Nijmegen. Inv. 808, nr. 1464 b.
N.B.
In 1540, 1541 en 1544 is ene meester Jan dije Sterck schepen in Driel, maar het is nog onbekend of het om dezelfde gaat. Dat lijkt wel waarschijnlijk.
Tevens is waarschijnlijk dat hij dezelfde is als Jan die Sterck van Teefelen.
vermeldingen:
27-04-1527, Jan die Sterck van Teffelen, schepen van Driel.
07-03-1529. Peter van Oever en Wilhem Loye, genaamd van Driell, Lambertss., schepenen van Driell, oorkonden, dat Jan die Sterck van Teffelen ...
23-03-1530. Aert Janszoon van Henxtum en Egen Dirck Ariss., schepenen van Driell, oorkonden dat Aert die Haes aan Jan die Sterck van Teffelen ...
Gijsbert van Ghent (Genth) [Willemsz?]
?
Hij wordt door Heyman Gillissen in 1549 genoemd als voormalig secretaris van de Bank van Driel. Hij neemt deze functie over van Jan dije Sterck.
Verder is nog weinig van hem bekend. Hij wordt zelf vermeld in de Bank van Driel in 1514 en 1523. Zijn dochter Maria, echtgenote van Rochus Arnoldi die Wynter, overlijdt op 15 juli 1540 (Necrologium).
Zijn erfgenamen worden in 1549 door het Hof van Gelre gelast de signaten te overhandigen die dan nog in hun bezit zijn.
Mogelijk is hij dezelfde als Gijsbert van Gent Willemsz, die al op 9 januari 1502 voor schepenen van Driel optreedt namens de kanunnik heer Huijchman uten Weerde.
Bron: Hof van Gelre, toegang 0124, Brieven aan en van het Kwartier van Nijmegen
Inv. 808, nrs. 1415 c, 1464 b, 1485, 1583.
Mr. Lambert Mathijsz van Bueren
≤1543 - 1559
Bovenstaande voorbeeld is uit een "memoriaell" geschreven met de eigen hand van "Lambert Mathijsz secretarius in der tijt tot Driell". Bron: Hof van Gelre, inv. 4926, procesdossier 34 (anno 1552). Waarschijnlijk was hij dus ook in 1552 nog secretaris.
N.B. zijn handschrift blijkt behoorlijk inconsequent en veranderlijk, zelfs binnen 1 stuk. De 'e' wordt op minstens 3 manieren geschreven, hoofdletters 'A' en 'D' variëren, de 'en' heeft soms een krul en soms alleen een streepje erop, etc.
Uit de 12e rentmeestersrekening over 1559/60 (Gelderse Rekenkamer, toegang 0012, inv. 3204) blijkt dat hij het ambt waarschijnlijk gedurende die periode heeft overgedragen aan Cornelis de Ghier. Wanneer dat precies was is (nog) niet bekend.
Van hem is verder nog weinig bekend. In de afrekeningen van de rentmeesters staat dat hij in het schrijversambt "gecommitteert is durch den amptman".
Bronnen:
Gelderse Rekenkamer, toegang 0012, inv. 3181 tot 3204.
Hof van Gelre en Zutphen, toegang 0124, inv. 4926 (dossier 34).
Mr. Cornelis Petersz de Ghier
1559 - ≥1561
Uit de 12e rentmeestersrekening over 1559/60 (Gelderse Rekenkamer, toegang 0012, inv. 3204) blijkt dat Lambert van Bueren het ambt waarschijnlijk gedurende die periode heeft overgedragen aan Cornelis de Ghier. Wanneer dat precies was is (nog) niet bekend.
Tevens was hij schepen in dezelfde bank in 1561 en 1562. Dat hij een dubbelfunctie had is misschien eigenaardig maar was niet ongebruikelijk; ook de latere Egen Dirck Egen Dircksz alias Stout was zowel secretaris als schepen. Of misschien werd hij schepen nadat hij zijn functie van secretaris opgaf.
Hij studeerde in Leuven, waar hij aan de universiteit ingeschreven staat als "Cornelius Vulturius Petri" in 1538 en 1541.
Hij is overleden tussen 11 nov. 1562 als hij nog optreedt als schepen, en 13 mei 1563 als zijn erfgenamen een thijnsbrief overdragen (ORA Driel inv. 971, f. 145v).
Bronnen:
Gelderse Rekenkamer, toegang 0012, inv. 3204 en 3205.
Vermeld als voormalig secretaris van de Bank van Driel (ORA Driel inv. 971, f. 145v, zonder jaartal).
Mr. Adam Walravensz van der Elst
≤1564 - ≥1573
Bovenstaande vermelding, door hemzelf geschreven, is in 1564.
Hij is overleden na februari 1574.
Het voorbeeld is uit Brieven van en aan het Kwartier van Nijmegen, inv. 818-4966 b.
Hij was zeker nog in 1572 secretaris, blijkt uit de afrekeningen van rentmeester Peter de Groot.
Vrijwel zeker is dat hij ook nog in 1573 in functie was, het handschrift op 9 juli 1573 is erg gelijkend. Bron: Huis Bergh (toegang 0214), inv. 5396.
Mr. Egen Dircksz Stout
≤1577 - Februari 1624
Overleden op 29 augustus 1625.
Bovenstaande voorbeeld is uit ORA Driel, anno 1600.
Directe verwijzingen naar zijn functie:
In ORA Driel, inv. 969 vermeldt hij zichzelf: Egen Dircksz (bovenstaande voorbeeld).
In ORA Zuilichem, inv. 3, f. 1, datum 18-10-1577, staat dat eed heeft gedaan: "Mr Egen Dircksz als schrijver der bancke van Driell".
Johan de Cock
Oktober 1625 - April 1636
Bovenstaande voorbeeld is uit ORA Driel, inv. 973, anno 1625
Directe verwijzingen naar zijn functie:
Hij wordt genoemd als secretaris in inv. 973, f. 1 (bovenstaande voorbeeld).
Quirijn Jansz de Cocq
April 1636 - ± 1675
Overleden na 13 augustus 1676.
Bovenstaande voorbeeld is uit ORA Driel, inv. 976, anno 1636
Directe verwijzingen naar zijn functie:
Hij wordt genoemd als secretaris in inv. 976, f. 110 (bovenstaande voorbeeld).
Hoewel de formele aanstelling was op 30 sept. 1636, komt zijn handschrift al vanaf april 1636 voor.
Tevens secretaris voor de Bank van Tuil.
Later
De latere schepenen en secretarissen worden uitvoerig beschreven in het boek:
"De Hoge Bank van Driel 1650-1811, Een genealogische en heraldische benadering"
Door: W.H. Dingemans.
Uitgave: 2002.
|